LXI» 3. èfi met zyne gewoone Voorzichtigheid, aan, etl federt erkende hy zich den aanrader en voortzet ter daar van geweest te zyn gelyk hy ook de Staaten dikwyls vermaande: Myne Heeren, be houdt Urne Uniebewaart uwe Unie wel. Dit verbond werd ook federt door verfcheiden Land- fchappen en Steden in Brabant en Vlaanderen aan» genoomen, doch die daar by niet gebleeven zyn. Wat by gelegenheid van het twee Honderd jaarig Jubelfeest van den 23 Januari lj->9 in de Vergade ring van dit Genootfchap daar op is aangemerkt en breedvoeriger voorgefteld door den Hoogge leerden Heer Te Waterzal men vinden in hec Voorbericht voor het achtlte deel der thans op de Pers zynde Verhandelingen. Dus was dan nu wel de grond gelegd, en een band van vereeniging, in deze donkere tydenzoo noodzaaklyk, gemaaktmaar 't was noch verre af, eer Vryheid en Godsdienst eenen gevestigden Zetel hadden'er hongen noch donkere wolken faamgepakt boven 't hoofd, en ware god met onze Vaderen niet geweestnimmer waren zy hec te boven gekoomen. De Spanjaarden waren noch machtig en hadden den Hertog van Parma tot Op volger van Don Jan van Ooftenryk gezonden die behaalde verfcheiden voordeden op de Staatfchen, deed eenige Provinciën en Steden weder tot de Spaanfchen keerende looze Graaf van Rennen berg, met hem heulende in het heimelyk koos naderhand openlyk zyne zyde, en deed Gronin gen omflaan; waar uit inlandfche Oorlogen ont- ftonden. Dan, men liet den moed niet zakken, in tegendeel, men kwam tot een ernltig beïluit, en in den jaare 1581, den 26 July, verklaarden de Staa ten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 65