LXIV
ten der Vereenigde ProvinciënKoning Philip*
vervallen van de Regeeringen ontfloegen elk
van den Eed hem bevorens gedaan. Nu was
alle hoop van verzoening afgefneeden. Nu moest
het begonnen werk krachtdaadig worden voortge
zet. Nu bleef'er niets dan het Zwaard over; dit
kon nu niet meer in de fcheede geftooken wor
den. Nu was het de leuze onzer Vaderen, de
Vrvheid of den dood te fmaakenen hunne hope
was op god, en Vader Willem. Men verkoor
wel den Hertog van Anjou tot Vorst der Neder
landen; doch deeze, naar meerder gezag haakende
en zulks door geweld zoekende zonder echter
daar in te llaagen keerde weder te rug naar
Vrankryk en frierf aldaar.
Hier op beraadflaagden de Staaten ernftiger
dan te vorenaan den Prince van Oranje den titel
van Graave op re draagenen die zaak was nu
ook zoo ver gevorderd, dat alleen de inhuldiging
daur aan ontbrak. Maar hoe fpeelt de Voorzienig
heid in de ondermaanfche zaaken! Dees Prins, die
opgevoed was aan 't Hof van Keizer Karei, op
wiens Schouders die Vorst leunde, toen hy deRe-
geering aan zyn Zoon overdroegdie door hem
aan Philips was aanbevoolen, die altoos den besten
raad, fchoon doorgaans veracht, voor't Land en't
Spaanfche Ryk gegeeven had, die de verdrukking
der Nederlanderen niet onverfehillig had kunnen
aanzienen zich ter hunner .befcherming had op
gemaakt, die Prins was 'took even daardoor, op
wien de Spanjaard 't meest gemunt had, die door
Alva, om dat hy hem niet meer kon doen, ge
bannen was, en omtrent wien de Koning tot die
laagheid verviel, dat hy hem Vogelvry verklaar-