LXXXVIII
ken. Holland en Zeeland flooten reeds met
den anderen eene bvzoncfere Unie ten jaare 1576;
doch de voorriaame grondflag werd 'er van gelegd
in de Unie van Utrecht ten jaare 1579. eene Unie,
noch het plechtanker van dit Gemeenebesc, van
deszeifs Vryheid en Godsdienst; en waar door
zeven Landlchappen, ieder zyne volllrekte onaf-
hankelykbeid in zich zelf behoudendezich vry-
willig tot één lichaam vereenigdeti, om nimmer
van den anderen afgefcheiden te worden; waar by
aan ieder deszeifs voorrechten en vryheden geheel
en ongefchonden bewaard bleevenzy zich ver
bonden tot onderlinge befchernr.ng tegen alle ge
weld, voorzagen tegen inbreuken - en op het geen
tot handhaaving van dit Verbond itrekken konde.
Hier uit rees al fpoedig eene gevestigde regee-
ringsfcrm; het Opperbevel over de krygsmacht,
en het Stadhouderlyk bewind aan Prins Willem
den L opgedraagen zynde werd een Raad van.
Stante» opgericht, die in afwezigheid der Staaten
de voorkooraende zaaken bellieren zoude, en daar
in voortvaardetot dat de toeneemende bloeiilaat
het oprechten der Algemeene Staaten te weeg
bracht, in welker daaglykfche byeenkomilen van
toen af, gelyk nu noch, door de afgevaardigden
uit ieder der Vereenigde Landfchappenop last
van de Staaten derzclve, de Oppermacht ieder in
zyn eigen boezem behoudende, zonder die aan
derzelver afgevaardigden afteflaan, of die met de
zelve te deelenbeflooten wordt al het geen tot
handhaaving der Unie en uitvoering van het
geen daartoe betreklyk is door hunne hooge
principaalen wordt noodig en dienftig geoordeeld.
i)e duyrzaapiheid dezer regéeringsform hong federt