LXXXIX
af, gelyk dezelve noch doet, van de betrachting
dier bekende fpreuk, welke nimmer indrachc be
hoorde te lyden, dat eendracht macht maakt; en
hier uit zyn federt voortgevloeid alle die vereenig-
de pogingen, waardoor dit Gemeenebest in ftaat
geweest is eenen 80 jaarigen Oorlog tegen den
machtigen Koning van Spanjen uit te houdenen
denzeiven daar toe te brengen t dat hy reeds ten
jaare 1609. zich genoodzaakt vond met hetzelve
een 12 jaarig heiland te fluiten, en eindelyk in
den jaare 1648. by den Munfterfchen Vrede het
zelve voor vry en onafhankelyk te verklaaren.
En of fchoon, in dien tusfchentyd en federt, dit
Gemeenebest zich meermaalen in de moeilykfle
omflandigheden ja wel eens op den rand van
deszelfs verderf bevonden heeftzoo dat nu meer
dan honderd iaaren geleedendrie der Vereenig-
dc Landfchappen voor de overmacht van vyande-
ïyke wapenen hadden moeten bukken, en van
het bondgenootfchap waren afgeruktnochtans is
hetzelve telkens wederom daar uit gered; tot he
den zyn de zeven pylen vereenigd gebleeven, en
het Gemeenebest is ftaande gehouden, door die
middelen, waar door het is opgericht, die ook
noch de gefchiktfte zyn om het te doen bly-
ven ftaan, en hunne betrekking hebben, op den
Godsdienst, de Unie, de Tractaaten en Verbon
den, het Krygsweezen en de Geldmiddelen.
De Godsdienst toch is de zuil van deezen
Staat. Men herinnert zich noch het zeggen van
Prins Willem den I. dat zonder de oeffening
van den Gereformeerden Godsdienst dit Land
geen drie dagen beflaan kan dus moet die
fleeds de heerfchende blyven en gepaard gaan