XCVI mand van ons ooit gezien heefcof andermna! beleven zal. Hoe zoude ik 'er een oogenblik aan mogen twyfelendaar de Heeren Staaten van Zeeland, door den mond van den Raadpenfiona- ris Veth, verklaarden de Unie van Utrecht te be- fchouwen als het eenig fundamentwaar op het roemruchtige gebouw dezer Regeringe gegrond vest llaat, het eenige ciment, waar mede deszelfs muuren aan alle kanten vastgehouden worden de munimentenwaar door hetzelve tot deze hoogte geklommen is, en de pylaaren, waar op - hetzelve in alle zekerheid berustende, zich zoo heerlyk vertoont in de oogen van de gantfche weereld daar de Raad van Staate die XJnie befchouwde als een' eeuwigen band van ee- nigheid, en mogelyk de volmaakt/Ie 'akte, waar op ooit eene gemeene Regering of Repuolyk ge grond is geworden, en daarom waarlyk een mee- fterftuk van Policie en noch onlangs het Utrechtfche verbond beftempelde met den naam van de Originele Grond -Conftitutie van deze Republyk (c). Zulke heerlyke getuigenisfen gevoegd by Uw eigen doorzicht doen my hopen op eene luifterende aandacht, en Uwe toegene genheid geeft my een gegrond uitzicht op ver- fchooninge van al het gebrekkige in deze reden- voeringe, 't welke Gy door Uwe kundigheden zonder moeite zult kunnen aanvullen en verbete ren. Naauw- (a) l. van aitzema Herftelde Leeuw, bl. 141. Notulen van Zeeland 1738, bl. 21. (c) Refolutien van den Raad van Staate28. Aug. 1777,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 98