lyk, dat de Munten van de Vereenigde
Provintien zo naa mogelykgelyk
zyn, naardien ze fchoon ieder Pro
vintie wel fouverain op zich zelve is,
nogthans met den anderen maar éen
lichaam van Staat uitmaken. Nu
leert de bevinding in de Wisfelcours,
dat men in dat cas de Provintie van
Hollandwel tot een voorbeeld van
naavolging mag neemen; dierhalven,
alle Provintien hun munten in gehal
ten, gelyk met die van de Provintie
van Holland Hellende, zo zoude ieder
Provintie zyn eige munten behouden
(zo verre zulks de balans van Koop
handel toeliet,) en in Haat zyn, zo
veel aan te munten, als tot den nood-
zaakelyken omloop van Geld in ieder
Provintie volHrekt noodig wierd be
vonden, dewyl de cours van de Wis-
fel niet merkelyk tot nadeel zynde,
de Ingezetenen van ieder Provintie,
liever hunne wederzydfche fchulden,
over en weder, met Wisfels zullen
vereffenen, dan dat ze hun contante
Gelden aan grootere gevaaren en
meerdere kosten tot overmaaking
bloot Hellen.
B 3 18.
HET MUNT-WEZEN. 21