4 E. I>. SWAGERMAN OVER DE
heb ik tevens duidelyk gezien, dat ik
by mangel van genoegzame naauwkeu-
righeid, fommige dingen, in de Ver-
handeiing, niet zoo bepaald omfchree-
ven hebais ik wel had behooren te
doen. Om die reden dan, oordeelde
ik het noodigby het flot van dit ver
volg, eene nadere opheldering hier by
te voegen, waarin men zien zal, wat ik
voor eenen wezenlykenen wat ik voor
eenen toevalligen misflag houde; ten
einde ieder, by het naafpooren van dit
onderwerp daar voor te waarfchou-
wen, Zie daar ook wyders, behalven
het reeds gemelde, nog eene voornaa-
me drangreden, tot de mededeeling
van dit vervolg.
BLOEMKELK (Catyx\
De Bloemkelk (reeds te vooren
door my, in zyne natuurlyke grootte
afgebeeld, om hier niet wederom, en
vergroot te worden bygevoegd) heeft,
van het Bloemfteeltje voortkomende,
eene fpitsronde gedaante: het Bloem
blad genaderd zynde is dezelve rond,
en in gedaante met hetzelve overeen
kom-