24 E. P. SV/AGERMAN OVER DE Bloemblad, twee Helmpjes met derzel- ver ftyltjes wegneemt, dan vertoont zig het ftampertje in de daad zodanig, als't in Fig. 3. van myn eerfte Afbeel dingen voorkomt. De rede daar van is, dat de Helmftyltjes met eene zeke re kragt tegens het ftampertje drukken, hetwelk men ontdekt, by de wegnee ming van een of twee derzei ven, waar door dan de te vooren genoemde ftyl, de gedaante heeft, als in Fig. 3. met F. ïs aangeweezen, en het waare ftamper tje, door my, te vooren voor het Merk gehouden, zo als hetzelve by G. voor komt. Maar wanneer men nu in zulk een versch Bloempje, onmidlyk een derde en vierde Helmpje wegbreekt, als dan verliest hetzelve terftond de aangeweezene gedaante, zakt zo het Ichynt in één, en vertoont zig zooda nig als in Fig. 4. met E. word aangeduid: hebbende danvan 't einde van den hals, tot aan het Merk na genoeg eene rol ronde, en het Merk zelfs eene tregter- wyze gedaante. In den zomertyd van 't jaar 1778. heb ik, tot nadere bevestiging, herhaalde reizen daar van wederom de Proeven genomen, en altoos met den- Zelfden uitflag. Indien men nu het te VOO-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 158