34 HUSSEM OVER DEN
Werktuigen uittedenken om zich daar
van te bedienen.
Hippocrates (a), Celfus Galenas, Ori-
&7/*«j,enverfcheiden anderen, hebben,
als zy in de herftellinge niet Haagden
ebruik gemaakt, van dq Ambe of Hef-
oomen dezelve op verfchillende
wyzen veranderd: zy hebben 'er vier
katrollen of geinen bygevoegd, en
windasfen, over welken men Vidus
YidiusParé en Schuit et us kan nazien.
LatereHeelmeesters hebben getracht
in die Werktuigen (b) eenige ver-
beeteringen te maken, en dezelve met
den naam van Glosjocomium genoemd,
en deezen naam heeft men tot heeden
toe daar aan blyven geeven: Maar de
waare Glosfocomia, of Glosfocomiums
der oude Griekfche Heelmeesters
waren een foort van Beenlade, of wel
Machines tot herftelling van de Been
breuken in de-Dey, of in die van het
Scheen-en Kuitbeen. Men ziet nage
noeg eene afbeeelding van dat waare
Glos-
s) Dt Artie, Sett. 4. torn. II. Edit. Eind. pag. y6o,
(b) Ziet de Afbeelding hier van by A. Paré Libr.
16, cap. 26, pag. 457. Nederd. druk 1655. Schultetus pi.
XXV. fig. i. Petit Ziekt, der Beenderen, p. 118.
Euvshey 2de deel pag. 134.-