ONTWRIGTEN SCHÖÜDER. 43 (maar echter niet van dien Schryver zyn vinding is, zoo als ik in myn twee de beweezen heb) voldeed my in de herftelling van denSchouder ongemeen, en fcheen my waardig, om tot grooter volkomenheid gebragt te worden. Ik maakte 'er derhalven gebruik vanen ftelde een nieuw Werktuig te zamen, met oogmerk, om 'er by de eerfte ge legenheid proeven mede te neemen, 7. De verdere nadeelen der alom be kende, en befchrevene Werktuigen, ga ik opzettelyk voorby; en zal alleen- lyk hierop aandringen, dat men, om het Schouderblad teegen te houden nimmer geene ftroppen daar toe moet gebruiken: zoo als Petit, en anderen hebben aangeraden. Indien het mogelyk was, het fchou- derblad vast, en onbeweeglyk te hou den dan zoude mennagenoeg in herftelbaare gevallen, altoos flaagen: maar alle teegenrekkingen komen te werkenop het Schouderblad en fleu- telbeen zoo wel, als op het hoofd des Armbeens, en dus is een ftrop hier toe

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 179