ting, daar de meeste fchryvers gewag
van makenheb ikniet tegenftaande
ik zeer veele Ontleede Schouders heb
gezien en behandeld, nimmer Waarge
nomen: en onder verfcheidenzeer erva
rene en kundige Heelmeefters^ met
welken ik hier over gelproken heb heb-
be ik tot heden toe noch geen een ee-
nigen gevonden, welke heeft könnem
zeggen die in perzöon te hebben geziem
A. Titfingh zegt evenwel in zyn Heel-
konstzoodanig eene Ontwrigtingdoor
middel van het katrol herfteld te heb
ben (y): echter noemt die fehryver
het een zeldzaam gevah
De opwaardfche Ontwrigting, dat is
naar boven, kan niet gemaklyk gebeu
ren: want de procesfus acromiümhet
ligamentum triangulare by dit gewrigt,
de tendö van het lange hoofd dér mus-
culus biceps brachiiwelke langs dé
Julcus van het os humeri loopt (z) kan
ten zich allen aan, tegen deeze Om>
wrigting: dus kan die niet gemaklyk
IX. DEEL. D ge-
OkTWRIGTEN SCHOUDER» '49
(y) Titfingh verdonkerde Heélkonst &c. pag. 755.
B. Euflacbius tab. XXXV. Lett. T. a Zie
ttiede hier over de verwonderlyke eö uitmuntende
plaacen van den grootenCamper, Dom, Andtom. Patbo'
log. Libro primo tab. 1, fig. ii. Leit, Ku L-;