ONTWRIGTEN SCHOUDER, 53
der. De mwculus deïtoïdes was voor
een gedeelte met het hoofd van 't op
perarmbeen naar vooren geweeken
gelyk ook het lange hoofd van de bi
ceps brachiien coraco-brachialisZyn
Edele merkte hier by aan, dat in
deeze Ontwrigtingen, by magere men-
fchen, zich by den Schouder, aan den
Bovenarm, als een kleen kuiltje ver
toont, het geen gemaakt wordt door
het invallen des deïtoïdeswelke dan
op deeze plaats door het hoofd van het
opperarmbeen niet meer wordt opge-
jigt. Het hoofd des opperarmbeens be
vond zich onder de tendo van de mus-
cuius pectoralis minortegen en on
der de procesfus coracoïd'èus. De hol
te van de cavitas glenoïdea was over
dekt, door de tendines en vleezige ge
deelten van de fuprafpinatus en infra
spinatus; en dit zal altoos in dit geval
gebeuren moeten want indien men
nagaatde beginfels en inplantingen
van deeze fpieren, zoo kan het niet
anders zynals het hoofd van 't op
perarmbeen naar vooren wykt, of dee
ze fpieren moeten over de cavitas gle
noïdea heen getrokken wordenen
dus deeze vlakke holte bedekken. De
D 3 bloed-