ONTWRIGTEN SCHOUDER, 57 Het hoofd van het Opperarmbeen, zoo wel als deeze vlakte, was omringd door een zeer dik en fterk ligamentum capfularedat geheel en niet ge- fcheurd was. Buiten de opwaardfche beweeging, konde de Arm zeer vry naar alle kanten bewoogen worden. Dan by een naauwkeurig onderzoek bleek, dat van de cavitas glenoïdea een gedeelte was afgebroken geweest, en dus het hoofd van 't opperarmbeen, met dit afgebroken ftukje naar vooren en nederwaards geweeken en alhier deeze veranderde gedaante te weeg gebracht was. De Heer Thomfon zegt: "Ik vond dat de rand van de pan van het Schouderblad, aan de binnen zyde, of wel dat gedeelte van dezelve't welk zich van den wortel van het Ravenbekswyze uitfteekfel, tot aan de onderfte Rib van het Schouder- p bladuitftrekt, afgebroken was &c.(g). 12. Eer men dan tot de h,erftelling van D 5 een (g) Medical obfervaticms an4 Inquiries, Vol. II,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 193