72 B„ HUSSEM OVER DEN uitrekking gebracht haddezoo dat ik van meening was, om nog een vierde flag met de kruk te laaten omdraaien, brak de haak aan de zeel af* Dit gaf een geweldigen fchok in den Schouder des Lyders; maar teffens voelde ik op dat oogenblik, terwyl ik den Schouder met myne handen omvat had, dat het hoofd van het opperarmbeen zich plaatste, in de cavitas glencïdeaen dat de herftelling volkoomen was. In het eerst konde ik niet bevatten, wat de redenen warenwaarom aan deeze Werktuigen telkens iets aan frakken brak, d'aar het geweld, of kracht, welk ik daar mede verrichtteniet zeer groot was; en die eigen Werktuigen, reeds in voorige herilellingenzelfs met meerder kracht, het zeer wel hadden uitgehouden: maar naderhand begreep ik, dat de felle vorst, die zeer veel uit werking op 't flaal en yzer heeft, alleen de oorzaak van al dit aanflukken bree- ken was geweest; en hier uit leerde ik de noodzakelykheid, om, waanneer ik in 't vervolg weder met dit Werk tuig by een felle vorst moest werken, als dan, al wat van flaal of yzer daar a an is, perst warm t§ moeten maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 208