'XIX
van Guinee aan te vangen. De ongezond»
heid dier luchtftreeke veroorzaakte veele
zieken; verfcheiden Matroozen werden door
kwaadaartige Rotkoortfen aangetast en weg
gerukt. Hy zelf werd 'er door tot aan den
oever des doods gebracht; was verfcheidene
dagen buiten kennis men maakte reeds
toebereidfelen tot zyne doodkistzyn li
chaam was niet meer dan een geraamte»
Dan de bocht van Guinee verlaten hebben
de ankerden zy voor het Eiland Annebon
daar zy overvloed van ververfing, Limoe
nen, Oranje-appelen, Ananasfen, Water-li
moenen Hoenders en andere kreegen, 'c
geen niet weinig toebracht tot zyne herftel-
ling en die van het zieke Scheepsvolk. Hy*
leerde hier dus by bevinding, boe deeze zoo
kwaadaartige ziekte te behandelen, en deeze
kundigheid is hem federt wel te ftade ge»
koomen. 't Was op deeze reis, dat zy den
grootften Olyphantstand inhandeldenwei
ken men daar immer gezien had; hy woog
ruim 200 was 8 voeten 4 duimen lang»
en 10 duimen over 't kruis. Terwyl hy op
deeze reis te Axim op de Goudkust in Africa
was, gingvhy den beroemden Heer Antho-
nius Guilielmus Amo Guinea Afer, Philofo-
phiae Dr. et Artium Liberalium Magifter be
zoeken. Hy was een Neger, die ruim 30
Jaaren in Europa verkeerd had. Hy was in.
den Jaare 1707 in Amfcerdamen werd ver
eerd aan den Hertog van Brunswyk, Antho-
Hii Ulrich, die hem aan zyn zoon Augustus
Wilhelmus gaf. Deeze liet hem ftudeeren te
2 Hall