ONTWRIGTEN SCHOUDER. 77 lyk omzwagtelede hagen van het windfel zoodanig laatende, dat dezel- ve naar beneeden digt aan de cnndyli het dikfte op eikanderen leggen, het. welk in dit geval een zeer groote nut tigheid heefthier door immers komt men voor, dat het Armriem géene kwetfmg aan de huid maakten de meerdere dikte boven de condylibelet de afichuiving van den lederen Arm riem. Hier over heen gesp ik myn- Armriem (Q_) zeerflyf om den Arm, en breng den haak (M) die aan de zeel vast is, in de iits (RJ. Dit ver richt zynde ftaat myn Werktuig ge reed om te werken. De Arm rust dus op het plankje, en ik laat den onderarm in een geboogen gehalte, daar mede op rusten. Het Armriem tot de uitrekking dienende moet nimmer anders als boven den Elleboog worden gelegd, dewyl an- derlins de gewrigten van de Hand en Elleboog niet alleen onnoodige py» nen lydenmaar daarenboven is het. noodzaakelyk, dat de onderarm in ee- ne geboogen gehalte v/ordt geplaatst s waar door de mufculus biceps brachii ver- flapt wordt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 213