78 B. HUSSEM OVER DEN Een helper vat met zyn (linkerhand het plankje (A), by (Z), terwyl hy met zyn rechterhandde kruk (L) van zich af, en langzaam rond draait: waar door de zeel (FF)op de fpil of klos (C) wordt opgewonden. In deeze uit rekking omvat de Heelmeester met beide zyne handen den Schouder, en is teffens oplettend, welke verande ring 'er in het gewrigt gebeurt. Men gaat voort met den Arm op deeze wys zeer langzaam te laaten uitrekkenen dan heb ik verfcheiden keeren onder vonden dat 'er als een fchok in den Schouder komtwelke fomtyds met een hoorbaar geluid verzeid is: men voelt dan het hoofd van het opper armbeen keeren op zyn uitgeweeken plaats. Een tweede helper drukt dan de pal (1) needer, en men draait de kruk terugwaar door de zeel ver- flapt, en de Arm niet langer uitgerekt wordt. Het hoorbaar geluidwanneer de Schouder weder herfteld wordt, ver neemt men nogthans niet altoos. Ik heb 'er eenige in het lid gezet, by welke ik dit niet gewaar werd; maar wanneer my dacht, dat de Arm eene genoeg- zaa-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 214