XXI zyn, terwyl de blanken u niet eeren en aanbidden, doch wees daarom op my niet n vergramd, maar geef my Goud, Paantjes en een Goed leeven". Dit Gebed deed hy, met de belachlykfte gebaarden in de Neger-taalen vertaalde het hun naderhand, daar by. voegende: "ik heb aan myn Groote Fetisch myn maande- lykfche plicht volbrachten heb voor U zoo ernilig als voor My Gebeden, zoo dat gyiie- den van deeze Maan gezond zult zyn". Onze Overledene, beter onderwezen, be ll uit het dagverhaal deezer lange en moeiiy- ke Reizewaarin hem veel was overgekoo- men, met deeze Dankerkentenis aan het hooge Opperwezen: "De alleen Wyze en Goeddoende God, die ons zoo Vaderlylc n bewaard heeftzy gedankt voor eene be- houden Reis. Amen. Gode alleen de Eert" Want op de t'huis reize leden zy veel ar moede en ongemak, en na 26 maanden fuk- kelens kwamen zy eindelyk den 2 Juli 1755 behouden voor deeze Stad. Hy verbleef hier echter maar tot den 10 October van dat zelfde Jaar, wanneer hy zy- ne derde Reis aanvong en voor de tweede maal naar de Kust van Guinee ten handel voer. Deeze was in allen opzichte gelukkig en voorfpoedig, en liep af den 17 Januari 1757- Noch was zyn Reislust niet voldaanhy ondernam, den 24 Juni 1757, eene vierde Reize, en voer ten derden maaie naar Gui nee, doch nu ten Slaavenhandel. Hier in c s 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 23