'24'2 G. GREEVE WAARNEEMING bleek het, dat de wortel van 't hoorn» agtig uitwasalleen gehegt was in de huid, 't zelve optrekkende trok men de huid mede open deszelfs omtrek aan den voet was gezondnoch ont- flooken, noch hard: zyn Ed. liet haar naar huis gaan met belofte het den volgenden dag te zullen wegneemen het welk zyn Ed. ook met myn asü- ftentie op deze wys volbracht. Hy liet my het uitwas vry flerk op trekken en fneed het vervolgens onder den wortel, voor zoo verre die zich in de huid uitftrekte, met een biftorie af. Ik genas vervolgens de gemaakte wonden fchoon ik naderhand jaaren aan den anderen deze vryfter nochbe- diend hebbe, heeft zy my nooit ge- fprooken van eenige wederopkoming van 't gemelde uitwas, maar roemde altyd, dat de ontneeming van dit, voor haar zeer lastig geweest zynde, uitwas, haar genoegelyk deedt leeven en haar vlugheid herlleld had. Myn Patroon gaf my het uitwas met te zeggen, gy zyt nog jong, bewaart dat,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 378