DER WITTE WILLIGEN BAST. 251
de ly der es uitermaten verzwaktege
beurde voornaamenyk in de aanhou
dende warmte van de maanden Ju.ny,
JulyAugustus en September, des
jaars 1779.
Die de geaartheid van deeze onge
makken kenten derzelver geduurige
affcheiding en weeder nieuw opkoo-
mende verflerving en ontlasting van
vochten, in zulke gevallenmeer heeft
ondervonden, weet, hoe zulks altyd
gepaard gaat met een onverdraagely-
ken ftank, tot welks vermeerdering de
zoomerhitte niet weinig toebrengt.
Maar heeft men dit onaangenaam e in
dit geval ook ondervonden? Neen; ik
b'etuige, dat deeze lyderes in al deezen
genoemden tusfehentyd en vervolgens
noch zoo min haare vrienden en vrien
dinnen als my die haar behandeld
heb, noch haar zelf eemg het minfte
hinder daar door veroorzaakt hebbe
en ik erkenne alleen dit voordeel aan
't Stankweerend vermoogen der Witte
Willigen Bast te moeten toefchryven:
en ziet hier nu, hoe ik dit ongemak daar
meede behandeld hebbe, en hoe ik de
zelve daar toe heb gereed gemaakt.