heelkundige bewerking. 257 ken, dan men met zekerhe;d kondè affnyden, want ik twyffele of men in gevallen, alwaar de pynen zeer uitge- llrekt zyn, ooit met grond, door de affnyding der zenuwen zig de radica le geneezing kan belooven, dewyl de moeijlykheid en onzekerheidom ver- fcheidene zenuwen wel te treffen en volkomen af te fnydenmoet toege- flemd wordenalthans veel meerdan van eene enkele; en langs dezen weg fchynt my ook het geval van tron^ chin oplosbaar, ten minften hy achte het noodig, om ook die zenuwtak van het harde gedeelte van het zevende paar door te fnyden, welke zig met de ner- vus infraorbïtalis vereenigten my dunkt het is mogelyk, dewyl de pyn veronderfteld wierd in of omtrent deze zenuwtakken plaats te hebben, dat een van beiden of mogelyk geen van beiden volkomen is afgefneden, en dat de verligting van pyn voor eeni- gen tyd, door de verettering der won de is te wege gebragt; dan zoo dit niet waar isis het geval allerdenke- lykst van eenen anderen aart geweest, als dat van albinus, en van tny't welk zal volgen. jx. DEEL, r op

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 395