268 J. G. VAN WY OVER EEN
De wond genas, in de volgende ver
banden, reedelyk fpoedig, niets hin
derde onzen byna herflelden zieken,
dan dat hy by een' onverwagten floot-
teegen de wonde, of by het neusfnui-
ten, eenige geringe fcheuten ontdekte.
Den 18 dito was de wond reeds zon
der exfoiiatie geneezen, en den 20 be-
zogtenhem de twee laatstgemeldeRee-
ren, met my, en vonden hem herfleld.
Na korten tyd ging onze lyder aan
zyn gewoon werken was gezond
zag 'er veel beeter uit dan te vooren,
kon het kloppen op 't aanbeeld zonder
hinder, gelyk ook het vylen(zulks
zelve doende) verdraagen het welk
hy te vooren zoo zeer fchuwdeen
ontwyken moest.
Ik heb hem van tyd tot tyd bezogt,
en behendig wel bevonden, gelyk hy
nog heeden aldus blyft.
Het wasgelyk blykteerst na de
geneezing der wondedat de lyder
volkomen van pyn ontheeven wasik
zoude minder hgop op de herflelling
ge-.