c 1 XXXIX den bedaarden, den belangeloozen man voor- ftcilen die met een ongemeene zucht voor dit Genootfchap aangedaan, nimmer, dan door Amptsóezigheden beletééne zitting verzuimde by te wconen die zich toeleide op alles, wat daar in de eensgezindheid kon bewaaren of bevorderendie altyd met eene zonderlinge befcheidenheid zyn gevoelen uit te, doch het gewillig liet vaaren, wanneer hem dat van anderen beter of nuttiger voor kwam. Dan Myne Heerengy zeiven hebt hem dus in ons midden fteeds zien verkee- ren en ieder Uwer zoude hem op gelyke wyzedoch met min flaauv/e trekken ichil- deren. Ik zie, dat ik geheel vervuld met myn onderwerp, door langer van rnynen dooden vriend te fpreeken, 't geen my ge- makkelyk vallen zoude, aan myne levende vrienden den tyd zoude beneemendie noch noodig is tot het verrichten der zaaken, waar toe Gylieden thans zyc byeengekoo- menik fpoede my daarom ten flotte* na dat ik U Ed< zal te binnen gebracht hebben zoo veele proeven zyner naarftigheid en ar beidzaamheid, die hy in zyne fnipper uuren opgefteld heeft, en waar mede hy het alge meen of dit Genootfchap, of andere ge leerde Maatfchappyenwaar toe hy behoor de, aan zich verplicht heeft. (f) 4 Ten i. Lett re a V/hiteur du Journal de Me' decine Jur le Dragoneau ou VI ine de Me dine et fur F if age du fublimê Corroff dans cette Ma-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 41