£74 H* M. VAN GHERT. neus minder platen de oogen niet zoo grootvoor het overige ontbra ken insgelyks het voorhoofds-opper- hoofds- en byna het geheel agter- hoofds-been, het brein was flegts over dekt met de hersfenvliezenzonder hairig bekleedzel, en had eene onge- lykeweeke en gemarmerde opper vlakte van omtrent drie duimen in den middenlyn. Wat mag men hier uit befiuiten? zal men de oorzaak aan eene verbeel- dingskragt toefchryven die had al toos ditmaal geen plaats gegreepen; of aan eene byzondere gelteltenisfe van de Moeder? deeze had te vooren reeds twee wel gefchapen kinderen ter wee- reld gebracht. I Cans fa modusque latentdubiisque aenipna tenelris Difficile Aitctorem monftrat habeique Deum, van Royen Carm. Elegiac* de morbis aetatum, CHRI- r •T), m ra "w*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 412