DE SALAMANDERS ENZ. 313 of gerondzeld, gelyk in fommige Haagdisfen doorgaans aan 't end ftomp, en dikwils, boven en onder, overlangsmet een Vlies voorzien dat dezelve als tweefnydend maakt. Zel den is zy langer dan het Lyf. Voorts zyn de gaten van het Gehoor en het Trommelvlies, zo zigtbaar in de Haag disfen in de Salamandersdie ook geen Gehoorbeentjes hebben, naauw- lyks te vinden of ontbreeken t'eene- maal, ten minfte in de Water- Haag disfen (m), GedagteNatuur-onderzoeker,klein, merkt de Voortteeling als de weezent- lykfte onderfcheiding aan, erkennen de geenen voor Salamanders, dan die leevende Jongen werpenterwyl de Haagdisfen gelyk men weetallen Eijeren leggen. De zodanigendie in dit ftuk met dezelven overeenkwa men, hebbende den Kop en Tong van gezegde Gehaltezou hy brengen tot de Salamander-Haagdisfen. Doch, hoewel maupertius, behalve de Eije ren, veele leevende Jongen in het Lig- V 5 haam (m") Volgens de Waarneeming van den Heer Qeoffroy: zie myne Natuudjie Uijtorm L pee!» 'ïL stuk 5, bladz. 112,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 451