DE SALAMANDERS ENZ. 315 door zyn Ed.in Onderdeelingen ge- bragt, naar dat de Staarten plat, ge ringd of gerondzeld, rond en korter dan het Lighaam of rond en langer dan het Lighaam zyn. De Salaman ders waren bevorens ook in deeze vier Onderdeelingen betrokkengelyk men in het I. Deels VI. Stuk van myne Na- tuurlyke Hijlorie kan zien doch in de laatlle Uitgaave van het Samenftel der Natuur zyn dezelven in een Vyfde On- derdeeling gebrast, wordende van al le de anderen onaerfcheiden door vier- vingerige Voorpooten en een ongefcbubd Lighaam dat ongedekt is (p). Van dee ze telt zyn Ed. thans zes foorten, als 1. Lacerta vulgaris. Gemeene Haagdis. Deeze zou, volgens de Fauna Sueci- ca de Vingers ongenageld hebben aan de Voorpooten vier; het Lighaam van boven blaauwachtigmet twee bruine flreepen langs de Rugdoch de aangehaalde Lacertus vulgaris van RAY hadt aan alle de Pooten vyf Vin- ge ep") Palmis tetradactylis, Corpore alepidoto nu- do. Sjst, Nat. XII. p. 370.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 453