DE SALAMANDERS ENZ. 319 vier- de Agterpooten vyf-Vingerig heb bende, en weinig verfchillende, dan doordien de een de Staart tweefnydig, de ander die byna rond heeft. Zyne Vierde komt byna met de laatstgemeld de overeen, en zou de Water- Sala^1 mander van rondeletius zynof mis- fchien de eerfte foort van linnaeus, en de gewoone Franfche en Engelfche voorheen gemeld. De Vyfde en laat fte 'er thans bygevoegdwelke zyn Wel Ed. naderhand zal bekomen heb ben, is de Duitfche Salamander, dien men voor een Land- Salamander er kent, zynde, als gemeld is, zwart met geele Vlakken. De vier laatfte Soorten komen in 't getal der Vingeren van de Voorpoo» ten, ('twelk een voornaam Kenmerk isovereendoch de Gekko verfchilt niet alleen door de Vyfvingerigheid derzelvenmaar ook in veele andere opzigten van de Salamanders. De vermaarde klein heeft niet gedagt om dat Dier, hoewel by bontius voor den Indifcbenen by seba voor den waar en Salamander geboekt, onder dezelven te plaatfen. Ik vind ook niet, dat het zelve aan de Kenmerken, door gedag- ten

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 457