324 M. HOUTTUYN OVER
Ik heb, wegens de zeldzaamheid van
dit Voorwerp, waar van ik nog geene
Afbeelding had gezien, hetzelve naar
het myne, volkomen in de Natuurlyke
grootte en geftalte getekend, hier in
Jbig. iop de nevensgaande Plaat, me
degedeeld: waar door men die zonder-
linge gedaante van de Staart befchou-
wen kan. Dezelve is Tolachtig, of liever
gelykende naar een Knolletje of Raap
en zit zeer knobbelig aan het agterend
van 't Lighaam zynde met een veel
fyner gepukkelde Huid bedekt en ee-
nigermaate rimpelig als overdwars ge
ringd. Ik hebze van dien aart gezien,
met veel langer en dunner Staart.
3. Gekko Aculeatus. Doornftaart (a).
Deeze Soortvan weinig minder
grootte dan de voorgaanden, heeft het
Lyf effen, en de Huid met zeer kleine
paarltjesals flippendigt aan elkan
der gepointilleerd. De kleur is uit
den geelen groenachtig. De Kop en
Pooten zyn als in de anderenmaar
de Vingers, van onderen zeer bruine
Voet-
fa) gekko Corporelaevi punctato, Cauda annu-
laco-aculeata.