2. Salamandta AquaticaWater- Salamander (f). De duisterheden, omtrent de Wa- Ier-Salamanderszyn door den Heer Linnaeus in zyne Twaalfde uitgaave van het Samenftel derNatuur, weinig op gehelderd. De mynen komen zeer naa overeen met dat Voorwerp'twelk by seba is afgebeeld onder den naam van Klein Ceylonfch W at er-Salamandertje (g), en 't gene de Ridder tot de Soort van Water-Haagdiffen betrokken hadt die een rondachtige Staart hebben; daar nogthans de breede, wederzyds gevinde Staart, in dat Ceylonfche zo blykbaar is. De mynen zyn roodach tig geel met ronde zwarte Vlakken, over t geheel, eenigszins regelmaatig getekend, en hebben langs de Rug een zeer fmal opltaand Kammetje, dat eenigermaate gehakkeld is. De langte is geen drie Duim, en dus klei ner dan der gewoone Europifche Wa- ter-Salamanderen, die doorgaans ge heel zwartachtig zyn. Onder deFran- fchen Cs>) II. DEEL, PI. XII. 7. 328 M. HÖUTTUYN OVER (f") sat.amandra. L. Cauda ancipiti mediocri, Pedibus muticis fisfis, Palmis tetradactylis. linn.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 466