de salamanders enz. 331
beelding, medegedeeld (1). 't Is wel
waar, dat zyn Ed.zo wel als de Heer
GRONOVius, aan deeze Soort een Lan-
cetvormige of tweefnydende Staart
toefchryven; zeggende de laatfte dat
de Staart van boven eene fcherpte
heeftdoch hier van is in de gedagte
Afbeelding veel minder blyk, dan in
het Ceylonfe Water-Haagdisje voorge
meld. De aangehaalde van petiver
hadt een zaagtandig Vliesje op de Rug
uitfleekendein die van gronovius
was zelfs de Rug met een Groefje
overlangs, van den Kop tot aan 'tbe
gin van de Staart, ray zegt, dat de
Staart famengedrukt is en fpits uit
loopt (m). Ik zal hier de mynen van
deeze Soort befchry ven.
De langte van den eenen is ruim
vier Duimen, met Kop en Staart. De
Hals is weinig dunner dan de Kop, die
van vooren rond loopt, met een wy-
den Smoel. De Huid is overal digt
gepukkeld, van boven donker blaauw-
achtigaan den Buik geel met zwarte
Vlak-
CD NatuurlykeHifioriea!s boven, b'adz. 101. en?.
pi. li. Fi&. 3.
(ml Cauda compresfa est et in acumen deftnit.
guadrufr p. 273.