33® M. HOÜTTÜYN OVER Vlakken, en overdwars geftriemd; op de Zyden de Pukkeltjes geelachtig wit. De Pooten zyn ook van buiten blaauwachtigaan de binnenzyde geel. De Staart heeft van onderen eene geel achtige naad. Van den Kop afloopt, langs het midden van de Rug, een ge karteld Zoompje tot aan 't end van de Staart, die, zo wel als 't Lyf, meer hoogte dan breedte heeft, en langs hoe platter wordt naar de punt; maar <de Kop is breeder dan hoog. Aan 't end is de Staart eenigszins tweefnydig. De Leg of 't Aarsgat is een overlangfe fpleet. Voorts voldoet hy aan de ge- dagte Kenmerken. De andere is wel vyf Duimen lang en komt in alle opzigten byna met de eerfte overeen, dan de kleur is blee- ker, zo wel op de Rug als aan den Buik, waar de Vlakken veel grooter zyn. Langs de Rug heeft hyin plaats van het opltaandeZoompje, een fleufje of geutje, tot aan het beginderStaart, alwaar een naad aanvang neemt, die een weinig verheven is, bleek geel achtig, tot aan het end uitloopende. De Staart is hier ook zo lang als 't Lighaam. Het geel aan den Buik loopt van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 470