de salamanders enz. 335 Voor 't overige voldoet dit Dier, zo door de kleinte zyner Oogenals door het getal der Vingeren, die ftomp en ongenageld zyn, volftrekt aan de op- gegevene kenmerken der Salamande ren. Wil men 't zelve voor een Mas ker der voorgaanden houden en den ken, dat het door verandering daar toe overgaa: ik heb 'er niets tegen. Ten minlten blykt, dat dit Schepzel volkomen tot zwemmen bekwaam is, en daarom is 't niet onwaarfchynlyk, dat het zyne woonplaats in 't water hebbe; zo wel als de Water-Salaman ders, voorgemeld, die, volgens fom- migenLanddieren worden. Dus heb ik voldaan aan 't eene ge deelte van den tytel van dit Vertoog. Wat het verfchil der Salamanderen van de Haagdisfen aangaat, behoeven wy niet zoo zeer te letten op de aan merking van den beroemden klein, dat dit verfchil niet alleen in de lee- lykheid van geftalte en traagheidmaar ook in de kortheid van den Kop, de dikte en breedte van Buik en Staart de kortheid der Vingeren en Tong en der-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 473