TIN-ERTSEN; Bladz: 337 BESCHRYVÏNG •VAN EENXGE OOST1NDISCHE BOOR M HOUTTÜT No m ommige Metaaien worden in het Aardryk zodanig gevondendat zy kenbaar en gebruikbaar, dat is volko men gegroeid zyn: 't welk men in 5£ Hoogduitsch uitdrukt met het woord gediegen. Dus fpreekt men van ge- aeegen Goud, Zilver, Koper; be tekenende Metaaien in die ftaat, dat een enkele fmelting dezelven bekwaam maakt tot het gebruik. In 't Latyn wordt zulks aangeduid door het woord nativumals of men zeide natuurlyk ge groeid voljlagen Goud of Zilver: dat is IX, DËEU Y OP J I

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 477