O. T. TIN-ERTSEN. '339 lykYzer, dat fmeedbaaris, of van den Zeilfteen aangetrokken wordtis doch zeer zeldzaam, gevonden. De groote Mineralogist, wallerius, be trekt daar toe de Yzer-Dobbelfteentjes uit Afrika, aan de Rivier van Senegal, alwaar de Negers Vaten van hetzelve bereiden zouden, tot hun gebruik; als ook zekere geelachtige Yzer- Korrel tjes, by Eibenftock in Saxen en elders voorkomende (b). Myne Teerlingjes, genaamd Yzer- Kwadraatfteenenzo van Osnabrugge, als van de Kaap en uit China, voldoen niet aan de proef; zo min als de Yzerboontjes van Schaf- haufen of van de Kaap. Ik heb wel zogenaamd gedeegen Jzeruit Noor wegen, als ook in Kwarts uit het Swartsburgfedoch ben niet verze kerd, dat het weezentlyk zodanig zy, dan door 't uiterlyk aanzien. Evenwel bezit ik kleine Yzer-Kryftalletjes in een Talkachtig Gefteente die daar uit genomenvan den Zeilfteen aange trokken worden: maar dan zouden al le deeltjeswelken men daar mede Y 2 uit (b) Spt. MinVienn. 1778» Tom, II» p. 333-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 479