35^ D. H. GALLANDAT OVEH
welke couleur waarfchynlyk door de
yzeren deeltjes is voortgebragt.
Dit alles bewyst, dat de Olyphant
na de bekomene fnaphaanfchootnog
eenen geruim en tyd heeft geleefd.
Door de befchouwing van dit ftuk
Yvoor, leert men, dat de zwartagtige
ftreepen en fcheurtjes aan de buiten-
fchors van een Olyphantstand, duide-
lyk te kennen gevendat 'er van bin
nen in den tand een yzeren kogel be-
floten ligtwant ik hebbe met de
grootfte naauwkeurigheid eene mee-
nigte zoo gaave als befchadigde Oly
phantstanden bezigtigd, maar nimmer
dit kenmerk ontdekt, dan in een ande
ren Tandalwaar insgelyks een yze-
ren kogel in bevonden werdt. Deze
opmerking kanvoor de Yvoorkoopers
en Bewerkers van nut zyn.
Het overleggen van dit ftuk Yvoor
verfchaft my eene bekwaame gelegen
heid om eenige korte aanmerkingen
wegens de Olyphantstanden mede te
deelen doch ik zal my bepaalen tot
dezulke, welke tot opheldering kun
nen ftrekken van het gene men be-
fchreven vindt by de fchryvers van de
NatuurlykeHiftorie, die dit onderwerp
breed-