DE OLYPHANTSTANDEN. 3ÖI de werking der lucht geheel tot één wordt getrokken en waar door het Yvoor onbruikbaar wordt. 2. De don kere bruine vlakkendeze hebben doorgaans de grootte van een duiver, en vallen uit door het bewerken van het Yvoorwaar door hetzelve zich vertoont als of het met kleine fnap- haanskogeltjes doorfchoten was. 3. Eindelyk zyn de Olyphantstan- den ook nog onderhevig aan fcbeuren deze worden genoegzaam in alle de Tanden gevonden, welke langen tyd op de kust aan de vrye lucht blootge- fteld zyn geweest. Wanneer de fcbeu ren diep of groot zynworden de Tanden onder de wrakke of befcha- digde gerekend. De kennis der gebreken van de Oly- phantstanden is zeer nooazaaklyk, niet alleen voor de Kooplieden en Bewer kers van Yvoor, maar ook inzonder heid voor de Makelaars, welke zich op het forteeren en verkoopen der Tan den toeleggen, en dit is een werk, daar de Kooplieden veel aan gelegen is, en dat maar door weinige Makelaars ver daan wordt. Waarfchynlyk is dit de Z 5 re-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 501