362 D. H. GALLANDAT OVER
redenwaarom in de oude gedrukte
Notitien van den Jaare 1692 en 1694,
welke ik gezien hebbe, gemeld ftaat,
door welken Maakklaar de Tanden ge
forceerd waren. De kennis der opge-
melde gebreken der Tanden ben ik
grootendeeis verfchuldigd aan den
Heere J. Louysfenzeel* ervaren in de
zen tak van handel.
Het is bekend, dat het Yvoor, van
alle tyden en genoegzaam by alle vol
keren, voor eene vermaarde kostbaare
ftoffe werdt gehoudenom dat 'er van
hetzelve op de draaibank het allerfyn-
fte en kunftigfte werk kan gemaakt
v/orden uit hoofde dat het by zyne
hardheid eene genoegzaame taaiheid
heeft 0111 door het polysten een onge-
meenen glans te verkrygen.
Ik heb by de fchry verswelken
over dit onderwerp gefchreven heb
ben, naar den prys van het Yvoor ge-
zogt, om daar uit te kunnen opma
ken in welken tyd of in welke landen de
ze ftofFe het meest geacht of het duurst
verkogt werdtmaar te vergeefs
hierom heb ik niet ondienstig ge
oordeeld, den prys daarvan optegeven.