366 D. H. GALLANDAT OVER niet zullen tegenfprekenof myne ge tuigenis eenigzins in twyfel trekken, a De wyzehoe tie Olyphantstanden op de Yvoor- of Tandkust, en voor al aan Cabo la Hoezynde de voor- naamile Handelplaats gekogt wor den, nergens, zoo veel my bekend is, befchreven zynde; zoude ik, het ge ne ik daarvan in myn dagverhaal van den Jaare 1753 aangeteekend vinde hier konnen mededeelen, indien zulks niet aan veelen kon fchynen buiten myn tegenwoordig beftek te zyn waarom ik dit thans liever voorbygaa, en tot eene andere gelegenheid wil fparen. Hier meende ik myne aanmerkingen te eindigenmaar vermits 'er onder de hedendaagfche Natuurkundigen een verfchil is ontdaan over het gegraven Yvoor en de groote Tanden en Been deren in de noordelyke deelen van Eu ropa en America by meenigte opgedol ven, zal ik myne gedagten deswegens ook. hier byvoegen. De Heer en de euffon d'auben- ton, gmelin sloane (d), zyn van oor* £d_) Zie Hijloire Naturelle3 generale et particuliere, a vee

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 506