oordeel, dat de opgedolven Tanden
en groote Beenderen, welken, zoo uit
Siberien, als uit Noord-America, zyn
overgebragt, wezenlyke Tanden en
Beenderen van Olyphanten zyn en
het is op deze veronderdelling alleen,
dat het gevoelen van den Heere de
buffon gegrond isnaamlykdat 'er
in voorgaande tyden op dezen Aardbol
eene verbaazende verandering moet
voorgevallen wezen welke verande
ring hy Epoque de la Nature noemt
waar door deze Aarde ten aanzien van
de LuchiSgefteldheid dermaate veran
derd isdat Landennu ten hoogden
koud voorheen bewoond zyn ge
weest door Dieren, nu alleen aan war
me Luchtftreeken bepaald (e).
Daarentegen beweert de Heer Wil
liam hunter met zeer veel waar*
fchynlykheiddat noch de Americaan-
fche noch de Siberifche gegravene
Beenderen Olyphantsbeenderen zyn,
maar van een onbekend Dier (f); zyn
ge-
(eZie Hijloire Naturelle generale et particuliere
untenant les Epoques de la Nature Supplement. 1779,
(f) Zie Nieuwe Vaderiandfche Letteroeöenin-
génIV deels 11 ft uk, biadz. 595 en volg.
DE OLYPHANTSTANDEN. 367
avec la defer ipi ion du Cabinet du "Rot tome XI et XII. En
Memoires de P AcademieHoyale des Sciences, An. 1727 et 17Ó2.