638 d. h. gallandat over gevoelen is voornaamlyk op de volgen de bewysftukk' n gegrond. 1. Alle de berigten, en inzonder heid die van de Heeren gmelin de buffon en d'aubenton, vermelden, dat de beenderen in Siberie gevon den, grooter zyn, dan die der gewoo nte Olyphanten (g). Dit zou ons doen vermoeden, dat het geen Olyphants- beenderen zyn maar Beenderen van het onbekende Dier. 2. HetSiberifcheDyebeen, zoo als't zelve door den Heer d'aubenton wordt afgebeeld, is zeergelyk aan het Ameri- caanfche Dyebeen in grootte, gedaante en evenredigheid. Deze omftandig- heid levert bvkans een volkomen bewys op; nademaal wy (fchryft hunter) hier boven getoond hebben, dat het Ame- ricaanfche Dyebeen niet van een Oly- phantis. En hier aanzetten degedagten van den Heer d'aubenton gewigt by. Want, (op bladz. 211) het voor toe gedaan aanneemendedat het Siberi- fche Dyebeen ongetwyfeld van een Glyphant was, belluit hy uit de gelyk- heid Cg) Verg. de Schryvers, aangehaald door m. e. tozen Inl. tot deScaatKunde v^n Europa, lil deel 5 bh 9 en 10.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 508