'370 D. H. GALLANDAT OVER
len nemen om dien Tand in het
Britsch Mufeum te gaan zien.
5. Eindelyk mogen wy aanmerken,
dat, daar wy bewezen hebben, dat het
onbekende Dier van America van den
Olyphant verfchilt, en waarfchynlyk
't zelfde is met den Mammouth van Si-
berien, en daar men Kiezen gelyk aan
de Americaanfche, in verlcheiden an
dere gewesten, heeft opgedolven, hier
uit zou fchynen te volgen, dat het on-
bekende Dier, in vroegere tyden, vry
algemeen op de aarde geweest is,
En nademaal dit Dier, in de daad,
vleeschvreetend was, 'tgeen, myns be
dunkens niemand kan ontkennen
mogen wy, als Menfchen, den Hemel
dankendat dit gellacht waarfchynlyk
geheel is uitgeftorven, fchoon wy, als
Philofoophenzulks beklaagen. Tot
dus verre de Heer hunter.
Ik ben met dien Heer volkomen
van gevoelen, dat de Tanden, welke
in Siberien en in America opgedolven
zyn, niet aan Olyphanten toebehoord
hebbendoch ik vinde geen reden
om met hem te beduitendat zy toebe
hoord hebben aan een onbekend Dier,
waar van het gedacht uitgeftorven is.