37^ D. H, GALLANDAT OVER
Tanden opgedolven wierden, welke
in fraaiheid en deugd de Olyphants-
tanden evenaardenen dat deze ge-
gravene Tanden overblyffelèn waren
van groote Zeedieren, welke eertyds
b7 hooge watervloeden aldaar in den
modder omgekomen waren. Het komt
my niet onwaarfchynlyk voor, dat dit
groote Zeedier de Mammouth van Si-
berien zoude kunnen zynvooral in
dien men acht geeft op de groote
overeenkomst, welke de Heer hunter
gevonden heeft tusfchen de opgedolven
Siberifche en Americaanfche Tanden,
en het verfchilwelk de Heer d'au-
BEnton gevonden heeft tusfchen de
beenderen van den flaap des hoofds
uit Siberie gebragt, en die van den
Olyphant.
3, Wanneer ik my in Guinea be
vond, en wel inzonderheid in de Ri
vieren de Gabon en das Cammaronasis
my, meer dan eensdoor de inwoo-
ners verhaalddat 'er van tyd tot tyd
groote Zeedieren gezien worden, wel
ke Tanden hebben zeer gelyk aan de
Olyphantstanden. Sommige Negers
waren zelfs van oordeel, wanneer zy
den grooten Tand van 200 zagen,