37s d. h. gallandat over
omftreeks de groote Rivieren het
meest gevonden wordt.
5. Dat dit Dier niet onbekend en
het geflacht daar van niet uitgeftorven
is, biykt uit het geen men daar van by
de ichryvers vindt aangeteekend
fchoon het zeker isdat 'er niets naauw-
keurig of voldoende over dit onder
werp gefchreven isde reden hier van
is om dat de Zeelieden, welken dit
Dier gezien en befchreven hebben,
geen Natuurkenners waren. In de
daad, ieder Reisbefchryver, welke dit
Dier gezien heeft, geeft 'er Hechts ee-
ne zeer oppervlakkige befchryvinge
van gelyk. men zien kan in 't werk
van s. de vries, tot opfchrift hebben
de W^onderen zoo aanals, en won
dergevallen zoo opals omtrent de Zeen
enz.: waar in men wel eenige dingen
vindt, die zeer onzeker en twyfelach-
tig zyn maar ook veele wetenswaar
dige aanmerkingenuit andere fchry-
vers öntleend, zoo ten aanzien van an
dere gedeelten der Natuurlyke Hifto-
rieals nopens dit onderwerpen
waar uit duidelyk blyktdat de fchry-
vers het niet eens zyn over de onder-
fcheidene Waterdieren, die oprecht
Yvoor