beruchte proefneeming. 395, langs beltraald heeft, en dat nog on bekend was toen de Hoogleeraars a. monro (e) en r. forsten (f) die proef- neeming beantwoord hebben. 't Zal een gefchikte orde zyn, eerst zo kort mogelyk de proefneeming zel ve met de daar uit gevormde befluiten voor te hellenvervolgens de wys waar op zy door opgemelde Hooglee raars is opgelost, kort aan te raken, en eindelyk door behulp van ondervin dingen, die, na deeze beantwoordin gen de ontleedkunde geen gering licht hebben bygezet, aan te toonen dat de proefneeming van den Heer NOORTWYK geheel onvermogend is om de vereeniging van de vaten van de baarmoeder en de nageboorte te bewyzen. Onder het ontleeden van een be vruchte baarmoeder, die door een tak van de Arterïae lliacae was opgefpo- ten, zegt de Heer noortwyk verfchei- de vaten gezien te hebben, die in den gam ee-) Medical Esfays and Obfervadons published by a Society in Edinburg, 7". II. p. 102. the 4 Edit, die uitgebreider is dan de voorgaande, (f) a. forsten, Disf. Quaest. Select. PhyT. ex- Jhbcnf, p. 71—73.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 535