402 a. van s0l1ngen over eene lioen, en zag den oly gekleurd door de naveiader te rug keeren, maar onge kleurd door kleine mondjes aan de oppervlakte der nageboorte uitfype- len (p)deeze waarneeming is zeeker ftellig en bewyst volleedig dat de wyd- te van de uiterfte vaten der nageboor te te klein is om de roode Hof door te latenvooral indien men hier by in aanmerking neemtdat deeze nog- thans zulke vaten doordringtwaar van men verzeekerd is dat zy geen rood bloed voeren, gelyk de onder vinding den Hoogleeraar ruisch in de uiteinden van de vaten der darmen geleerd heeft (q). Hoe gewigtig deeze waarneeming en hoe voldoenendhet groot getal derftel- lige bewyzenis, teegens den gemeeu- fchaplyken bloedsomloop tusfchen de moeder en de vrucht, zo is het nog- thans zeeker, dat men om de onwaar heid eener proefneeming aan te too- nen, minder vordert, door'er andere ftellige bewyzen hoe voldoende an- dersfinds, teegen aan te brengen, dan door Cp~> Medical E^fays, p. tc8. (qS f. ituisscHii/Opera omnia. T. II. ThcT. I. p. 31. Are. 1. No. 5 Are. 2. B.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 542