beruchte proefneeming. 405
het geheel Ovum door Cellulofa aan
den Uterus vast was (t)dat deeze vèr-
eening aan de kant van de Placenta nog
fterker was (u): dat de vaten, die uit
de Placenta liepen uit boezems voord-
kwamen (v)dat het Ovum een onge-
lyke oppervlakte hadt (w)en het Cbo-
rium ondoorfchynend was (x) alle
welke omflandigheeden zo van de ver
eening door Cellulofavan de boe
zems die met de daad in deeze Cel-
lulofa zyn, van de ongelyke oppervlak
te van het Ovumen van de ondoor-
fchynendheid van het Chorium vol
maakt overeenkomen met den misdag
van den Heer monro, toen hy die fun-
geufe zelfltandigheid voor de Placenta
zeïve aanzag.
De Heer r. forsten thans Hoog
leeraar in de Geneeskonst te Harder-
wyk, verdeedigde, toen zyn Ed. nog
op de hoogefchool te Leyden was
onder voorzitting van den Hoogleer
aar g. van doeveren, een uitmunten
de verhandeling waarinbehalven
Cc 3 an-
(O L. C. 6. i°. p. 9.
(U IbiJ. 7. J° p. 10.
(v Lbid. 7. 2°. p. 10.
(w) Inid. li. 4°. p. 11.
(x_) ibid. 12, p. 13.