424 j. de puyt over een dat isDe tweelingendie niet aan el kander zyn vastgehegt, hebben altyd yder hun byzondere nageboorte, na vel ftr eng vliezen en water. Van hetzelve gevoelen zyn ook de Hèeren w. smellie verhandeling over de Vroedkunde, pag. 73; h. van Deven ter, Novum Lumen tab. 5. f. meau- riceau, Aphorhmes touchant la grosfes- fcetc. Section 30. r.munningham, Com pendium artii obftetricariae.', pag10. j. g. roederer, Elements de Part des ac couchement* pag. 35. d. h. gallan- dat grondbeginfelen der Vroedkun de hoofdft. 2ó. a. van de laar ver loskunde; 190. j. de reus, verlos kunde; hooftft. 12. De Heer la mot- te en anderen, offchoon zy zulks niet ftellig zeggen, vooronderilellen zulks egter als een bekende waarheid en brengen waarnemingen by van tweelin gen, waar by zulks plaats had en hier uit worden zelfs redenen afgeleid, waarom in geval van tweelingenhet eene kind dood, ja verrot, en het an dere levend en welvarend zyn kan. Myne waarnemingen van tweelin gen en zelfs van drielingenkomen hier ook meest alle mede overeen, als

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 564