DEN EED VAN KONING PHILIPS. 439 daan. De befchuldiging ten laste van Granvelle fchynt IVagenaar niet voor bewezen te houden, fchoon hy, wat het ontflag van den Eed zelf betreft, de zaak in het midden laat. Dan de geloofwaardigheid daar van is genoegzaam bewezen door het ge tuigenis van den Prins van Orange Willem den I, in zyne bekende Apo logie (e). Daar hetzelve zeer ftellig en nadrukkelyk is, verdient het ze- kerlyk hier woordelyk te worden in gelast. Na dat hy den Algemeenen Staten (aan v/ien hy in zyne bovengemelde Apologie zyn rede inrigt) had voorge houden, dat, om te kunnen oordee- len over de genegenheid, die de Ko ning hun toedroeg, zy llegts hadden te overwegen, dat zy nooit een vrye Staatsvergadering hadden kunnen ver- krygen, laat hy als een reden daarvan, volgen: Dewyl dat de Vyand wel ver* Jlonddat zulks bet cenige middel was om den boom van uwe Privilegiën by den vort aftebouwen ende de Fontein ader van uwe Vryheid te doen uit drongen na mely k te belettendat de voorfz. Staten E e 4 niet (e) BI. 73 en 74.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 581