514 J- WATERVLIET BERICHT ENZ. v/ierd vuil bevondenwaar van de oorzaak, zoo ik denke, veilig hier aan mag toegefchreven worden, dat eeni- gen tyd te voren het fmeerfel op fom- mige plaatfen door toeval was afgeraakt, en het ey op die plaatfen met kleine zwarte plekken uitgellagenwaar door het by de bebroeding geheel zal be dorven zyn. Uit deze proefneming kan men met genoegzaame zekerheid opmaken, dat men hoender-eyers, na dat derzelver poriën met een of ander fmeerfel, 't welke men echter gemak- lyk daar van kan afnementoege maakt zyn, na verloop van 13 of 14 maandenen mogelyk wel langer noch kan laten uitbroedenen dus ook gemaklyk in dit Land hoenders uit vreemde Gewesten kan aankwee- ken. Ook ziet men hier de overleve- ringe, betreffende de aankweekinge van haanen en hennengedeeltelyk bevestigdwaar omtrent meer proe ven zouden konnen genomen worden. 7$ VE R- 'F

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 660