JOODEN TE CQCHIM. 517 bewysdat Negers het Joodendom hadden omhelsd, dat hij 'er eene Vertaaling van maakte in 't Hoogduitsch, en dezelve naa Berlin zond aan den Heer Bufching. Welke daar van in 't 13de ftuk van't 7de jaar zijner IVeekehjkfche Narichtenden 29 Maart 1779 op bl. 101 deeze aan kondiging deed: sHageVandaar en wel van den beroemden Leer- aar Heer Bar keyDoctor en Profes- for der Theologie, heb ik een aan- genaam gefchenknaamendlijkeene Hoogduitfche overzetting van des Predikants te Middelburgdes Hee- ren Adrianus 'j GravezandesBericht van de Witte en Zwarte Jooden te Cochim op de Malabaarjche Kust; 'c geen hij uit de Briefwisfelingen met den Gouverneur en Directeur der Malabaarfche Kust, den Heer Adrï- aan MoensOrdinaris Raad van Ne- derlands Indien verzameld, en met andere berichten van verfcheide fchrijvers had vergeleeken. Het is in 't voorige jaar [1778] in 't zesde deel der Verhandelingenuitgegeeven door bet Zeeuwfche Gemotjcbap der Wet enfchap pen te Vlis/ingen', te Mid* n delburg gedrukt, en van merkwaar dB Kk 3 gen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1782 | | pagina 663